Goede buren met hart voor hun buurt
‘Ik werk aan een fijnere buurt’ staat er op de jas van de bewonerskrachten van MSP en Eikenderveld. Deze vrijwilligers wandelen een paar keer per week met z’n tweeën of drieën door hun buurt om mee te helpen de buurt schoon, heel en veilig te houden.

Het idee om bewoners in te zetten als actieve ‘buurtkracht’ werkt goed. Het aantal meldingen is toegenomen en problemen worden sneller aangepakt. Bert is bewonerskracht in Meezenbroek. “Ik heb tijd en ik wandel graag”, vertelt hij. “En ik ben niet bang om mensen aan te spreken. Als ik bijvoorbeeld zie dat ergens een container lang aan de straat staat, spreek ik de bewoner(s) daarop aan. Het is voor de buurt niet fijn als mensen hun container niet opruimen, maar de bewoner weet misschien niet dat RD4 achtergebleven containers op een gegeven moment ophaalt. Dan ben je je container dus kwijt. Door de bewoner(s) aan te spreken, kan ik dat voorkomen.”
Korte lijntjes
Mareike is bewonerskracht in Eikenderveld. Zij vertelt: “Afgelopen winter was er overlast rond het voetbalveldje in de buurt. In overleg met de gemeente is het hoge groen rond het veldje gesnoeid. De overlast is sindsdien een stuk minder. In Eikenderveld hebben we ook korte lijntjes met WerkvoorHeerlen. Als wij melden dat er ergens rotzooi of zwerfvuil ligt, verzamelen zij het afval in rode zakken, die aan het einde van de dag worden opgehaald. Wij delen die informatie ook met bewoners, die zich soms afvragen waar die rode zakken voor zijn.”


Echte verbinders
“Noem de bewonerskrachten gerust goede buren met hart voor hun buurt”, zegt Barry Braeken, directeur/bestuurder van Weller. “Het zijn echte verbinders. Weller heeft veel mensen in de wijken werken. Maar wij kunnen niet 24/7 aanwezig zijn in een wijk. De kracht van de bewonerskracht is dat het mensen zijn die zelf in de wijk wonen. Zij kennen de omgeving en voelen veel beter aan wat er moet gebeuren om de wijk prettig, schoon en leefbaar te houden voor iedereen. En de mensen in de wijk leren hen ook steeds beter kennen. Ik ben erg blij dat zij er zijn.”