Namens 120.000 huishoudens hebben de acht grootste Limburgse corporaties het ‘Woonlastenpact’ gesloten. Met het ondertekenen van dit pact spreken zij af om gezamenlijk te werken aan een snellere signalering en adequater (schuld)hulpverlening.  

Ongeveer één op de tien huurders kan de maandelijkse woonlasten niet betalen

Circa een derde kan maar net rondkomen. De coronacrisis levert extra zorgen op. ‘Het ergste moet nog komen’, luidde de conclusie tijdens het online werkbezoek van minister Wobke Hoekstra (CDA, Financiën) aan Kredietbank Limburg in oktober. De C8 zijn van mening dat volgend jaar een ‘opperste staat van paraatheid’ nodig is om de negatieve effecten van de crisis op te vangen en te blijven zorgen voor een stabiele woonsituatie. Er zou perspectief moeten worden geboden. ‘Financiële zorgen hebben namelijk een persoonlijke weerslag op de gezondheid, de ontwikkeling en het algemeen welzijn van mensen.’

Samen eerder signaleren 

De corporaties laten met het Woonlastenpact zien dat zij hulpbereid en solidair zijn met de gemeenten die aan de slag gaan (of al zijn) met de Wijziging Wet gemeentelijke schuldhulpverlening per 1 januari. Gemeenten krijgen dan toestemming om gegevens van burgers met betalingsachterstanden in een vroeg stadium uit te wisselen met corporaties, energie- en drinkwaterbedrijven en zorgverzekeraars. Zo is bijvoorbeeld onlangs ook het convenant ‘vroegsignalering van schulden’ (Leudal, Maasgouw, Roerdalen en Echt-Susteren) tot stand gekomen en een ander voorbeeld is de ‘Voorzieningenwijzer’ van vijftig gemeentes, corporaties en welzijnsorganisaties. Samengestelde delegaties uit de C8 gaan nu aan de slag om per regio de kennis en kunde te verzamelen, goede voorbeelden te delen en de andere partijen te benaderen om de mogelijkheden te verkennen om de aanpak in de ketensamenwerking te verdiepen, te verbreden en te verbeteren.